een beetje
Ir a la navegación
Ir a la búsqueda
Neerlandés[editar]
een beetje | |
Pronunciación (AFI): | /ən beːtjə/ |
Audio (Países Bajos) Audio:
Etimología[editar]
Compuesto de een y beetje, diminutivo de beet ("bocado").
Locución adverbial[editar]
- 1
- Un poco, algo.
- Ejemplos:
- "Hij greep hem achter de brede, platte kop, een beetje beducht voor de dubbele rij zaagtanden, en trok de haak eruit."1
Información adicional[editar]
- Cognados: ein bisschen (alemán) - a bit (inglés)
Referencias y notas[editar]
- ↑ Wim Gijsen (1980). De Eersten van Rissan, 1987 (en neerlandés), 9. ISBN 90 290 2096 2.